Geen voorziening voor door misdrijf veroorzaakte schade
Een vrouw geeft in 2018 een belastbare winst aan. Later wordt zij strafrechtelijk veroordeeld voor medeplegen van oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. De rechtbank bepaalt dat zij schadevergoedingen moet betalen aan de benadeelde personen. Het totale schadebedrag, inclusief rente, wordt geschat op ruim 1,1 miljoen euro.
De vrouw dient na de veroordeling een nieuwe belastingaangifte in voor het jaar 2018. Hierin wil zij het schadebedrag als voorziening aftrekken, waardoor haar belastbare winst verandert in een fors verlies. Het hof oordeelt dat een vergoeding van door misdrijf veroorzaakte schade alleen ten laste van de winst kan worden gebracht op het moment dat het bedrag daadwerkelijk het vermogen van de belastingplichtige heeft verlaten. Aangezien de vrouw aangeeft dat in 2018 geen betalingen zijn verricht aan de benadeelde partijen, is het vormen van een voorziening in dat jaar niet toegestaan. Het hof benadrukt dat het ontbreken van een onherroepelijke veroordeling en de onzekerheid over de financiële uitvoerbaarheid van de schadevergoedingen verdere ruimte voor het vormen van een voorziening uitsluiten.
