Opkoopregelingen veehouderijbedrijven

  • Agro
  • 19-05-2022

Veehouders, die overwegen te stoppen met hun veehouderijbedrijf, kunnen in aanmerking komen voor twee opkoopregelingen: een provinciale regeling voor zogenaamde piekbelasters en een landelijke beëindigingsregeling. Op 10 mei jl. zijn de conceptversies van beide regelingen bekendgemaakt. De doelstelling van deze regelingen is het structureel en blijvend verminderen van de stikstofdepositie op stikstofgevoelige en overbelaste Natura 2000-gebieden via het beëindigen van veehouderijen. De regelingen zullen naar verwachting eind 2022 worden opengesteld. Deelname aan de regelingen is vrijwillig.

Provinciale regeling

De provinciale regeling is bedoeld voor piekbelasters uit alle veehouderijsectoren. De stikstofdepositie van de veehouderijlocatie moet op ten minste één overbelast Natura 2000-gebied hoger zijn dan de voor dat gebied geldende drempelwaarde. Een eerdere regeling ging uit van aankoop van de locatie door de provincie. De nieuwe regeling biedt ook de mogelijkheid van beëindiging van de veehouderijactiviteiten op de locatie zonder dat de provincie deze locatie verwerft. Er wordt een marktconforme vergoeding betaald voor het laten vervallen van de productierechten (melkvee, pluimvee, varkens), de waardevermindering of aankoop van bedrijfsgebouwen of landbouwgrond en de gehele of gedeeltelijke sloop van bedrijfsgebouwen. Een deelnemende veehouder mag op een andere locatie een doorstart maken voor zover het gaat om het houden van dieren met productierechten (melkvee, pluimvee of varkens) en met overname van een bestaande vestiging.

Landelijke regeling

De landelijke regeling is bedoeld voor melkvee-, pluimvee- en varkenshouders, die hun veehouderijbedrijf of een locatie hiervan definitief willen beëindigen. De stikstofdepositie op een Natura 2000-gebied moet meer dan 50 mol stikstof per jaar bedragen. De bedrijfsgebouwen moeten in principe gesloopt worden, maar er is ontheffing mogelijk wanneer aannemelijk gemaakt kan worden dat de te handhaven productiecapaciteit voor langere tijd gebruikt zal gaan worden voor een andere economische activiteit dan het houden van vee. 

De vergoeding bedraagt 100% van de marktwaarde van de door te halen productierechten plus 100% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de stallen. Deze vervangingswaarde wordt bepaald door per dierenverblijf het aantal m2 van dit verblijf te vermenigvuldigen met het bedrag voor de desbetreffende diercategorie, uitgaande van de levensduur van de romp van het dierenverblijf. Een deelnemende veehouder mag niet op een andere locatie dezelfde diersoorten met productierecht gaan houden dan die werden gehouden op de te beëindigen locatie.

Wel of geen btw bij kortstondig verhuren voor verkoop?

  • Omzetbelasting
  • 11-12-2025

Bij overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel daarvan hoeft geen btw te worden berekend. Steeds meer projectontwikkelaars verhuren daarom nieuwbouw kort voor verkoop en stellen dat zij een onderneming overdragen. Maar geldt dit ook als...

Lees meer

Rente op terugbetaalde gouden handdruk aftrekbaar

  • Inkomstenbelasting
  • 11-12-2025

Een werknemer moet na jarenlange procedures zijn gouden handdruk van € 750.000 terugbetalen, plus € 202.000 wettelijke rente. De Belastingdienst weigert de aftrek van die rente. Het hof oordeelt dat de rente wél aftrekbaar is als negatief loon. Van...

Lees meer

Premiepercentages en maximum premieloon 2026

  • Sociale verzekeringen
  • 11-12-2025

De minister van SZW heeft de premiepercentages voor de sociale verzekeringen en het maximum premieloon voor 2026 vastgesteld.Verzekering20252026 AOW 17,9% 17,9% Anw 0,1% 0,1% Awf, lage premie 2,74% 2,74% Awf, hoge premie 7,74% 7,74%...

Lees meer